Wat is homeopathie en hoe werkt het? In de homeopathie worden zeer sterk verdunde middelen gebruikt om de geneeskracht van het lichaam te stimuleren. Het uitgangspunt is de gelijksoortigheid. De symptomen van een patiënt worden bestreden met minieme hoeveelheden van een stof die bij een gezonde persoon vergelijkbare symptomen zou veroorzaken. Deze aanpak staat lijnrecht tegenover de reguliere allopathische geneeskunde, die gebaseerd is op ‘het gelijke met het tegenovergestelde behandelen’.
Historie homeopathie
De Griekse arts Hippocrates (circa 460-377 v.Chr.) was de eerste die het principe van de gelijksoortigheid in de praktijk bracht. Zijn methode druiste in tegen de heersende opvatting dat de goden de voornaamste oorzaak van een ziekte waren en dat de ziekte te genezen was door een behandeling met een stof die bij een gezonde persoon een tegengestelde uitwerking had. De Duitse arts Samuel Hahnemann (1755-1843) is de moderne grondlegger van de homeopathie. Hij bewees het gelijksoortigheidsprincipe van de homeopathie door experimenten met kinine, een bekende en effectieve remedie tegen malaria. Hij merkte dat symptomen van malaria ontwikkelde na het innemen van kinine (terwijl hij helemaal gezond was). De effecten hielden urenlang aan.
Hij probeerde andere stoffen op dezelfde manier uit; dit proces staat bekend als ’testen’. Gedurende zijn leven heeft hij meer dan 100 homeopathische middelen uitgetest en hij publiceerde zijn bevindingen in 1811. Hij geloofde dat de middelen de levenskracht van een persoon versterkten, dat wil zeggen het genezend potentieel van het lichaam. Nadat hij tests had uitgevoerd op een groot aantal vrijwilligers, zag hij in dat er rekening moest worden gehouden met de persoonlijke trekken van het individu dat werd behandeld. Hij ontdekte dat bepaalde ’typen’ mensen met dezelfde ziekte verschillende symptomen ontwikkelden en dat ze dus behandeld moesten worden met verschillende, bij hun ’type’ passende middelen. De Amerikaanse arts James Tyler Kent (1849-1943) zette Hahnemanns werk betreffende de verschillende ’typen’ mensen en de bij hun emotionele en fysieke kenmerken passende middelen voort. Deze ’typen’ kregen bekendheid als ‘constitutietypen’.